Hans Buenk Wonend in een landelijk gebied aan de rand van Zwolle is Hans Buenk gefascineerd geraakt door de eenvoud en de rust van het Overijsselse landschap. Werkend in de natuur tracht hij de verschillende lichtschakeringen gedurende de dag in beeld te brengen. Lucht en water, boompartijen en graslanden. Uitbeelding van ruimte en ruimtesuggestie in het landschap door middel van vorm en kleur blijven hem steeds bezig houden. Het wisselende licht en de kleurvariaties door veranderingen in de atmosfeer laten je hetzelfde landschap in oneindig veel hoedanigheden zien. Dit blijft boeien. Vanaf 1990 komt daar nog een aspect bij. In het beeldende werk krijgt Hans Buenk de aandacht van de ‘geduldige bewoner’ van het landschap: de koe. Picturaal gezien geeft het roodbonte vee een keurrijke toevoeging in omber en sienna. Het zwartbont vee zet donkere accenten. De anatomische structuur en het gevlekte huidoppervlak stellen hem in staat om een breder kleurenspectrum toe te passen. De plaats en de betekenis van kleur gaat een sterkere rol spelen. Alle verhoudingen die kleur, vorm en lijn met elkaar aangaan zijn gericht op het versterken van evenwicht en rust in de compositie. Abstractie en figuratie worden op elkaar afgestemd.