Schilder-schrijver Jan Cremer word geboren in Enschede in 1940. Als beeldend kunstenaar heeft hij zich al vanaf het begin van zijn opleidingen aan de verschillende kunstacademies die hij bezocht gespecialiseerd in de grafische technieken.
In 1957 schildert hij de eerste van een serie doeken die bekend zouden worden als Peinture Barbarisme. In 1958 heeft hij zijn eerste eenmansexpositie in Galerie de Posthoorn in Den Haag en sluit hij zich aan bij de Posthoorngroep. Een jaar later exposeert hij in het Haags Gemeentemuseum en in 1960 in het Stedelijk museum in Amsterdam.
Er volgen tientallen tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Met een beurs van de Franse regering vertrekt hij in 1959 is hij naar Parijs waar hij in de Rue Santeuil terechtkomt, de befaamde huidenopslagplaats met de ateliers van onder meer Bogart, Appel en Corneille.
Van 1961 tot 1963 woont en werkt Jan Cremer op het Spaanse eiland Ibiza en maakt daar met onder andere K.F. Dahmen en Erwin Bechtold deel uit van de Grupo Ibiza.
Niet iedereen herinnert zich dat Jan Cremer reeds jaren voordat ‘Ik Jan Cremer’ verscheen, en schilderende rebel regelmatig de voorpagina’s haalde van binnen- en buitenlandse kranten en tijdschriften. In 1960 bereikte hij de wereldpers met zijn miljoenenschilderij ‘La Guerre japonaise’ en veroorzaakte morele verontwaardiging met zijn roemruchte uitspraak voor de Nederlandse televisie: REMBRANDT, WIE IS DAT?
Na de publicatie in 1964 van zijn onverbiddelijke – en later wereldwijde- bestseller belandde de schilder Cremer in de schaduw van de schrijver Cremer. Zijn definitieve vertrek naar Amerika in 1965 zorgde ervoor dat zijn beeldende kunst in Nederland tijdelijk op de achtergrond raakte. In zijn New-Yorkse atelier begint hij met het schilderen van Hollandse landschappen. Dit zeer kleurrijke en vooral strak gecomponeerde ‘Hollands Realisme’, met koeien, boerinnen en tulpenvelden, vormde een breuk met het sterk abstracte expressionistisch werk uit de jaren ervoor. Het thema Hollandse landschappen zal in Cremers complete oeuvre telkens terugkeren, maar ook de steppen, woestijnen en bergketens van Siberië en Mongolië, streken die hij veelvuldig bereist, zijn een permanente inspiratiebron. Zoals het Zuid-Franse en Italiaanse landschap de ‘klassieke’ thema’s blijven waarin hij zich soms maanden lang verdiept.
Het grafische oeuvre van Cremer bestaat uit ruim 250 bladen, sinds 1958 tentoongesteld op meer dan 200 exposities in internationale galeries en musea. Zijn werk bevindt zich in alle belangrijke grafiekcollecties in West- en Oost europa, Noord- en Zuid Amerika. Voor zijn grafiek ontving Cremer verschillende toonaangevende prijzen. Zoals de Frans Masereel-prijs uit handen van de Belgische minister van cultuur (1974), de Special Award van de World Print Council in het San Fransisco Museum of Modern Art (1980) en werd de titel van Pro Cultura Hungarica toegekend door de minister van Cultuur in Boedapest, Hongarije(1987).
Cremer woont en werkt momenteel, als hij niet op reis is of zich heeft teruggetrokken in Toscane of de Provance, afwisselend in New York, Amsterdam en Parijs.